Eenvoudige methode ontdekt om door ouderdom verloren gezichtsvermogen te herstellen

Nieuw onderzoek toont aan dat het mogelijk is om leeftijdsgebonden gezichtsverlies om te keren en opent de deur naar nieuwe behandelingen voor aandoeningen zoals maculaire degeneratie

Een van de eerste biologische signalen die ons waarschuwen dat we ouder worden, is het geleidelijk verlies van gezichtsvermogen. Nu heeft een internationaal team onder leiding van onderzoekers van de Universiteit van Californië in Irvine de oorzaak van deze achteruitgang ontdekt: een tekort aan essentiële vetten in het oog. De bevinding suggereert dat het aanpassen van het lipidenmetabolisme niet alleen zeer effectief zou kunnen zijn om zichtverlies door veroudering tegen te gaan, maar ook om aandoeningen zoals leeftijdsgebonden maculaire degeneratie te bestrijden.

Het onderzoek, gepubliceerd in het tijdschrift Science Translational Medicine, toont aan dat suppletie met zeer lange meervoudig onverzadigde vetzuren het verloren gezichtsvermogen bij oudere dieren kan herstellen. Volgens dr. Dorota Skowronska-Krawczyk, teamleider en universitair hoofddocent Fysiologie, Biophysica en Oftalmologie aan de UC Irvine, “tonen we het potentieel aan om leeftijdsgebonden gezichtsverlies om te keren”.

Hoe het werkt

gen van het zicht

De sleutel tot deze ontdekking ligt in een gen dat verband houdt met oogveroudering, genaamd ELOVL2 (extensie van het zeer lange keten vetzuurproteïne 2, in het Engels). ELOVL2 is verantwoordelijk voor de productie van vetten die essentieel zijn voor de gezondheid van het netvlies, met name VLC-PUFA’s en DHA, een bekende omega-3. Naarmate we ouder worden, neemt de activiteit van dit gen af, worden essentiële lipiden verminderd en verslechtert het gezichtsvermogen.

Eerdere studies hadden al aangetoond dat het verhogen van de activiteit van ELOVL2 bij muizen hun gezichtsvermogen verbeterde door het DHA-gehalte te verhogen. De grote doorbraak van deze nieuwe studie is echter dat er een manier is gevonden om de effectiviteit ervan te vergroten. In plaats van afhankelijk te zijn van ELOVL2 zelf en de afname ervan met de leeftijd, injecteerden de wetenschappers een specifiek meervoudig onverzadigd vet rechtstreeks in de ogen van oude muizen, waardoor hun netvliescellen weer even goed functioneerden als die van jonge dieren.

De leiders van het onderzoek (van links naar rechts): Emily Tom, Dorota Skowronska-Krawczyk en Fangyuan Gao. (Universiteit van Californië in Irvine)

“We hebben niet hetzelfde effect waargenomen met DHA”, zegt Skowronska-Krawczyk, waarmee ze de wijdverbreide opvatting weerlegt dat deze omega-3 op zichzelf voldoende is om het gezichtsvermogen te beschermen. Bovendien verbeterde suppletie met dit specifieke vetzuur op moleculair niveau niet alleen de visuele functie, maar keerde het ook enkele van de kenmerkende veranderingen van veroudering in het oog om.

Alsof dat nog niet genoeg is, worden genetische varianten in ELOVL2 in verband gebracht met een snellere progressie van maculaire degeneratie, wat de deur opent naar het identificeren van mensen met een hoger risico en het anticiperen op de ziekte.

De weg naar een therapie bij mensen

behandeling van het gezichtsvermogen

De bevinding heeft Skowronska-Krawczyk alleen maar gesterkt in haar mening over het belang van het enzym ELOVL2. “Ik ben ervan overtuigd dat dit een van de verouderingsgenen is waar we naar moeten kijken als we denken aan antiverouderingstherapieën”, zegt de onderzoekster. Hoewel de proeven voorlopig alleen bij muizen zijn uitgevoerd, lijkt de weg naar een nieuwe therapie bij mensen met deze resultaten te worden geëffend.

Het team wil nu aanvullende tests uitvoeren, eerst bij grote dieren en daarna bij mensen, om de veiligheid te garanderen en de effectieve doseringen van een mogelijke behandeling te bepalen. Bovendien stellen ze dat de implicaties verder kunnen reiken dan het oog. Volgens nieuw onderzoek onder leiding van dezelfde auteur in samenwerking met UC San Diego zouden de door ELOVL2 gereguleerde lipiden ook betrokken zijn bij de veroudering van het immuunsysteem en mogelijk bij het ontstaan van bepaalde vormen van bloedkanker.

“Onze eerste studie onderzocht een mogelijke therapie voor de behandeling van gezichtsverlies”, zegt Skowronska-Krawczyk. “Maar met de informatie die we hebben verkregen over immuunveroudering, zijn we optimistisch dat de suppletietherapie ook het immuunsysteem zal versterken.”