Nadat hij bij de arbeidsrechtbank en in hoger beroep had verloren, bracht de werknemer zijn zaak in juni 2025 voor het Hof van Cassatie.
Hij had geen idee dat het element dat zijn ondergang zou betekenen zich onder zijn eigen dak bevond. Een werknemer die al meer dan 20 jaar in dienst was bij een groot overheidsbedrijf in de energiesector, dacht dat hij zonder problemen twee activiteiten kon combineren. Hoewel hij al enkele maanden met ziekteverlof was wegens een depressie, bleef hij opleidingen geven voor een ander bedrijf. Totdat een brief aan zijn werkgever de hele zaak aan het licht bracht.
Het was zijn eigen vrouw die hem had aangegeven.
In een brief aan het bedrijf in juni 2016 beweerde zij dat haar man “werkte terwijl hij zei dat hij ziek was, dat hij absoluut niet depressief was en dat hij gewoon misbruik maakte van het bedrijf om zijn financiële doelen te bereiken”. Het bedrijf, dat aanvankelijk voorzichtig was met wat een persoonlijke wraakactie zou kunnen zijn, besloot de feiten te controleren. Na een onderzoek van een maand, waarbij het concurrerende bedrijf meewerkte door planningen en facturen door te geven, bevestigde een intern rapport dat de werknemer tussen november 2015 en januari 2016 inderdaad acht betaalde opleidingssessies had gegeven tijdens zijn ziekteverlof.
In augustus 2016 werd hij opgeroepen voor een disciplinaire procedure. Drie maanden later volgt de sanctie: hij wordt “ambtshalve met pensioen gestuurd”. Maar achter deze misleidende formulering gaat het niet om pensioen of uitkering. In werkelijkheid “is het een disciplinaire ontslag wegens ernstig wangedrag, zoals voorzien in het bijzondere statuut van de elektriciteits- en gasindustrie”, legt Roman Guichard, advocaat in arbeidsrecht en lid van het collectief Rhizome, uit.

De werknemer vecht de beslissing onmiddellijk aan.
Hij wendt zich eerst tot de arbeidsrechtbank en vervolgens tot het hof van beroep en eist meer dan 140.000 euro schadevergoeding. Zijn argument: er was geen sprake van ernstig wangedrag, aangezien zijn nevenactiviteit geen schade had berokkend aan zijn werkgever en hij dacht dat hij beide banen kon combineren. Maar de rechters waren niet overtuigd. In hun uitspraak van april 2024 oordelen zij dat de feiten vaststaan en dat de schending van het interne reglement voldoende is om de sanctie te rechtvaardigen.
“Deze zaak is heel specifiek”, legt meester Guichard uit. Het gaat hier niet om het klassieke arbeidsrecht, maar om het statuut van het personeel in de elektriciteits- en gasindustrie, een regelgevend kader dat dateert uit 1946. Dit statuut bepaalt uitdrukkelijk dat een werknemer die tijdens een ziekteverlof betaald werk verricht, een ernstige fout begaat.” Met andere woorden, de fout is automatisch, zelfs als er geen schade is.
Voor het Hof van Cassatie deed de man een laatste poging. Tevergeefs.
In juni 2025 bevestigde de hoogste rechterlijke instantie de uitspraak in hoger beroep en wees zijn beroep af: werken voor een andere werkgever tijdens ziekteverlof is volgens het statuut van de elektriciteits- en gasindustrie wel degelijk een ernstige fout, zelfs als er geen schade is voor het bedrijf.
Voor werknemers in de privésector blijft de reikwijdte van deze beslissing beperkt. “In het gemeen recht volstaat het feit dat iemand tijdens ziekteverlof werkt niet om een ontslag te rechtvaardigen”, herinnert Roman Guichard ons. Wat telt, is loyaliteit: er is alleen sprake van ernstig wangedrag als er sprake is van directe concurrentie of een duidelijke tekortkoming jegens de werkgever. Voor werknemers die onder dit speciale statuut vallen, is de regel echter duidelijk: elke bezoldigde activiteit tijdens ziekteverlof is ten strengste verboden.

In deze zaak heeft het hof dan ook de ernstige fout van de werknemer bevestigd, die zonder ontslagvergoeding of opzegtermijn vertrekt en bovendien wordt veroordeeld tot het betalen van de gerechtskosten van het bedrijf.