Goud- en zilveren munten die in een Pools bos zijn opgegraven, onthullen een onbekend aspect van de handel en spanningen in de 17e eeuw.
Een uitgestrekt bosgebied in het noordoosten van Polen heeft zojuist waardevolle informatie opgeleverd over de handelsroutes in de 17e eeuw. In het landschapspark van Knyszyńska hebben archeologen 69 gouden en zilveren munten opgegraven, die zorgvuldig waren verzameld voordat ze bijna vier eeuwen geleden werden begraven.
De opgravingen, onder leiding van Hubert Lepionka van de exploratiegroep Magna Silva, werden uitgevoerd in een bijzonder rustig deel van het bos, niet ver van Białystok. De locatie is verrassend afgelegen, maar past perfect in een gebied dat destijds een essentiële handel voedde: hout voor Nederlandse zakenlieden.
De strategische rol van bossen en het geldverkeer in de 17e eeuw
Het belang van hout voor Nederlandse handelaren
De regionale archieven, geciteerd door de Poolse radio van Białystok, herinneren aan het belang van de handel tussen de regio Podlachie en kopers uit de Verenigde Provinciën. Hun schepen waren afhankelijk van lokale eiken en naaldbomen om een snel groeiende vloot te bouwen.
In dit kader kwam het geldverkeer vanzelfsprekend terecht in het hart van de bossen. De routes die de boskampen met de havens aan de Baltische Zee verbonden, waren economische corridors waar arbeiders, leveranciers en handelaren zich verplaatsten.
Een ontdekking met intrigerende aanwijzingen
In de buurt van de munten hebben de conservatoren van het erfgoed de verkoolde resten van een boomstam aangetroffen. Aangezien het vuur de munten niet heeft aangetast, zou dit detail kunnen helpen om de exacte datum van de vondst te bepalen aan de hand van toekomstige analyses.
Wat de gevonden gouden en zilveren munten onthullen

Een heterogene samenstelling die iets zegt over de handel
Het Podlaskie Museum bevestigt dat de meest recente munt dateert uit 1634, wat betekent dat de schat in de jaren daarna is begraven. De schat bestaat uit:
- een Nederlandse dukaat uit 1633, geslagen in Gelderland;
- een reeks Poolse en Zweedse munten met een kleine waarde;
- alledaagse muntstukken zoals poltoraks, trojaks, szostaks en szelągs.
Op numismatisch gebied geeft dit soort verzamelingen inzicht in de routes die het geld aflegde. De kleine muntstukken werden gebruikt voor dagelijkse transacties, terwijl een dukaat gemakkelijk circuleerde bij grotere betalingen, ver buiten de regionale grenzen.
Een gereconstrueerde economische geografie
De verschillende herkomstplaatsen van de munten vormen een echte cartografie: boskampen, handelsdorpen, rivierroutes en vervolgens havens aan de Baltische kust. Ze geven conservatoren een beter inzicht in het traject van de eigenaar en de werking van de lokale economie.
Waarom zou je zo’n schat begraven?
In de 17e eeuw leefden de grensgebieden in het noordoosten van Polen onder de voortdurende dreiging van conflicten. Militaire invallen, met name tijdens de Zweedse invasie die “De Zondvloed” werd genoemd, dwongen de inwoners hun spaargeld te verbergen in afwachting van veiligere tijden.
Archeologische archieven tonen aan dat dit een gangbare praktijk was: rondtrekkende handelaren, houtproducenten, boeren en kleine leveranciers begroeven hun geld om de onrust te laten voorbijgaan. Velen kwamen nooit terug om het op te halen, waardoor fragmenten van hun leven verspreid over de regio achterbleven.
Wanneer bomen vertellen over de Europese handel
Dendrochronologisch onderzoek van wrakken van de Nederlandse Oost-Indische Compagnie toont aan dat veel schepen waren gebouwd met hout uit Baltische bossen. Deze gegevens bevestigen dat de bosbouw in Podlachie tussen de 14e en 17e eeuw een belangrijke bron van inkomsten was voor de Nederlandse economie.
Bossen waren niet alleen een bron van hout. Ze produceerden ook pek, honing, potas, huiden en zelfs moerasijzer. Het geld volgde natuurlijk deze stromen, gleed van het ene kamp naar het andere en vervolgde vervolgens zijn weg naar de westelijke havens.
De volgende wetenschappelijke stappen
Zorgvuldig veldwerk
Archeologen gaan nu elke bodemlaag analyseren om na te gaan of de schat is verplaatst of al bijna vier eeuwen intact is gebleven. Door de voorwerpen schoon te maken, kunnen de dateringen, de muntateliers en de inscripties worden bevestigd.
Wanneer vuur een aanwijzing wordt
De verbrande boomstam in de buurt zou een extra aanwijzing kunnen opleveren: als de datering van de kool overeenkomt met de periode van de schat, zou dat meer inzicht geven in de omstandigheden die tot het begraven ervan hebben geleid.
Alledaagse voorwerpen, stille getuigen
Metalen fragmenten die rond de vindplaats zijn gevonden, zoals gereedschap, gespen of spijkers, kunnen extra informatie opleveren over de menselijke activiteit op het moment dat de munten werden verborgen.
Een waardevolle ontdekking voor de economische geschiedenis

De specialisten van het museum van Podlachie denken aan het waarschijnlijke profiel van een kleine militaire leverancier of een werknemer die betrokken was bij de bosbouw. De evenwichtige mix van gangbare munten en gouden munten versterkt deze hypothese.
Deze anonieme schat verrijkt het begrip van de handel in Noord-Europa, ver weg van de verhalen die zich concentreren op vorsten en veldslagen. Het herinnert ons eraan dat er een robuuste economie bestond die draaide om bossen, rivieren en schepen op weg naar de Oostzee.
Elke soortgelijke vondst verfijnt de chronologie van handelsnetwerken en laat zien hoe het platteland en de bossen een dynamische handel ondersteunden, die afgelegen dorpen met de grootste Europese havens verbond.