Dit zijn de Europese landen waar de bevolking zich geen week vakantie kan veroorloven

Volgens Eurostat kon 27 % van de Europeanen van 16 jaar en ouder zich in 2024 geen week vakantie veroorloven. De verschillen tussen de landen blijven zeer groot, maar de algemene trend is positief, met een stijging van ongeveer tien procentpunten in het aantal mensen dat sinds tien jaar op vakantie kan gaan.

Uit de door Eurostat gepubliceerde gegevens blijkt een groot contrast in het vermogen van Europeanen om zich een week vakantie buiten hun woonplaats te veroorloven. In 2024 kon meer dan een kwart van de Europese bevolking van 16 jaar en ouder zich geen vakantie veroorloven.

Dit gemiddelde cijfer verhult echter grote verschillen tussen de lidstaten, die een weerspiegeling zijn van economische situaties die ongelijkmatig bestand zijn tegen inflatie of druk op de koopkracht. Roemenië blijft het meest getroffen land, waar meer dan de helft van de inwoners om financiële redenen geen vakantie kan nemen.

Het Europese land Roemenië

Roemenië is geen op zichzelf staand geval. In Griekenland, Bulgarije en Hongarije zien meer dan vier op de tien inwoners af van een vakantie. Deze landen hebben vaak te maken met lagere inkomens, minder beschermende sociale stelsels en aanhoudende gevolgen van recente economische crises.

Deze concentratie van vakantieontzegging in het zuiden en oosten van de Europese Unie benadrukt de structurele economische verschillen, die nog worden versterkt door de voortdurende stijging van de kosten van levensonderhoud.

Een langzame verbetering

Omgekeerd laten sommige landen percentages zien die aanzienlijk onder het Europese gemiddelde liggen. In Luxemburg heeft minder dan 10 % van de bevolking moeite om een week vakantie te financieren. De Scandinavische landen, evenals Nederland en Oostenrijk, onderscheiden zich ook door het feit dat hun inwoners meer mogelijkheden hebben om op vakantie te gaan, dankzij hogere lonen en een sociaal model dat meer bescherming biedt.

Het Europese land Nederland

Ondanks deze ongelijkheden constateert Eurostat een bemoedigende vooruitgang. Het percentage mensen dat zich een vakantie kan veroorloven, is de afgelopen tien jaar met ongeveer tien procentpunten gestegen.

Het jaar 2024 bevestigt deze trend, met een lichte daling van de achterstand ten opzichte van 2023. Hoewel de verschillen tussen de landen groot blijven, getuigt deze verbetering van een geleidelijke toename van de koopkracht en een groter vermogen van de Europese huishoudens om geld uit te geven aan vrije tijd en reizen.