In Namen beleeft hij zijn laatste maanden als uitkeringsgerechtigde. Hij is opgeleid als leraar en sociaal-cultureel animator en behoort tot de duizenden Belgen die in januari 2026 hun werkloosheidsuitkering zullen verliezen. Tussen ontmoediging en woede veroordeelt hij een hervorming die volgens hem “vooral werknemers in onzekere dienstverbanden treft”.
Toen hij in 1992 afstudeerde als leraar Frans en geschiedenis, had Christophe Luxen niet eens de tijd om een baan te zoeken: “In september stond ik al voor de klas”, herinnert hij zich. Al snel wisselde hij tussen contracten in het onderwijs en opdrachten in de culturele sector. “In die tijd bestond de militaire dienst nog, maar ik gaf de voorkeur aan civiele dienst in het museum van Louvain-la-Neuve. Daar kreeg ik het idee: werken in de cultuur, met een schoolpubliek, dat was wat ik wilde doen. Maar de culturele sector was al moeilijk toegankelijk.”
Hij gaf eerst les in het lager secundair onderwijs en daarna vooral in het basisonderwijs: “Ik heb bijna mijn hele carrière op dat niveau lesgegeven, van 1999 tot 2020. Omdat ik niet benoemd was, was ik tussen twee contracten vaak werkloos.” De hervorming van de diploma’s die in 2016 werd ingevoerd, sluit nog steeds deuren voor hem: “Scholen werden verplicht om leerkrachten voor het basisonderwijs aan te werven. Profielen zoals het mijne werden alternatieve oplossingen.”

Sinds drie jaar werkt Christophe voor twee vzw’s, één in Namen en één in Luik, als animator voor kinderen. “Het is een essentiële sector, maar er is te weinig geld voor. A17-contracten zijn zeer korte opdrachten: één of twee weken gedurende het jaar en maximaal zes weken in de zomer. Door deze duur blijf ik ingeschreven bij Forem: je hebt een contract van minimaal 90 dagen nodig om niet langer werkzoekende te zijn.” Tussen twee opdrachten door ontvangt hij dus een werkloosheidsuitkering om het ontbreken van een contract te compenseren. Ondanks deze onzekere situatie zegt hij een zeker evenwicht te hebben gevonden: “Met de kinderen is de relatie menselijker. Ik heb niet langer de autoritaire houding die op school wordt opgelegd.”
De hervorming van de werkloosheid, “een ideologische beslissing”
In januari 2026 zal Christophe een van de 47.000 werkzoekenden zijn die uitgesloten zijn van een werkloosheidsuitkering als gevolg van de federale hervorming, de zogenaamde “Arizona-hervorming”, die de uitkeringen voor de meeste begunstigden beperkt tot maximaal twee jaar. “Het is een onrechtvaardige, puur ideologische hervorming. Alle periodes van werkloosheid worden bij elkaar opgeteld, maar het geleverde werk wordt niet gewaardeerd. Het Forem heeft me nooit een baan aangeboden. In plaats daarvan sturen ze me opleidingen om elektricien of vrachtwagenchauffeur te worden. Op 57-jarige leeftijd is dat niet serieus.“
Christophe vreest vooral het domino-effect op werknemers die al kwetsbaar zijn. ”Deze hervorming is gericht op de non-profitsector en uitzendkrachten, terwijl we gewoon proberen het hoofd boven water te houden. Velen van ons werken, maar slagen er niet in hun situatie te stabiliseren.“
De regering creëert nieuwe onzekerheid
Het ontvangen van de uitsluitingsbrief was een schok. “Ik zal een dossier moeten indienen bij het OCMW. Voor mij is dit een mislukking.” Hij maakt zich zorgen over de sociale kloof die dit beleid dreigt te vergroten: “De regering creëert een nieuwe onzekerheid. Ze maakt de middenklasse kapot. Er zullen rijken aan de ene kant zijn en armen aan de andere kant. De kosten van levensonderhoud exploderen en werklozen worden als schuldigen aangewezen.”
Ondanks alles blijft Christophe nuchter: “Je moet kansen creëren, je mag je niet laten ontmoedigen. Maar er moet ook echte solidariteit tussen mensen zijn. Wat er gebeurt, is ernstig voor de sociale rechten. Onze grootouders hebben daarvoor gevochten. We kunnen dit niet zomaar laten gebeuren.”

Tussen uitsluiting en een gevoel van onrechtvaardigheid
Het verhaal van Christophe illustreert een realiteit die steeds vaker voorkomt in Wallonië: gefragmenteerde loopbanen, onzekere statussen en periodes van werkloosheid die niet altijd synoniem zijn met inactiviteit. “Men heeft het over uitkeringsgerechtigden, maar veel mensen zoals ik blijven werken, blijven het proberen. We willen niet van een werkloosheidsuitkering leven, we willen een waardig leven leiden.“
Voor hem zal de hervorming niets oplossen: ”Je creëert geen banen door mensen uit te sluiten. Dat doe je door werk te waarderen en echte perspectieven te bieden. Vandaag keren we terug naar de 19e eeuw.”