Het niet gebruiken van uw richtingaanwijzer tijdens het inhalen van een ander voertuig is gevaarlijk en strafbaar. Maar moet u deze tijdens het hele manoeuvre continu laten knipperen? Veel automobilisten stellen zich deze vraag. “Ouest-France” geeft u het antwoord.
Het niet gebruiken van uw richtingaanwijzer wanneer u een ander voertuig inhaalt, is zowel gevaarlijk als strafbaar. Toch komt er bij automobilisten regelmatig een vraag terug: als je de richtingaanwijzer hebt aangezet om aan te geven dat je wilt inhalen, moet je die dan tijdens de hele manoeuvre aan laten staan of alleen op het moment dat je de rijstrook verlaat? Wat zegt de wet? Deze vraag verdient een toelichting. We zetten de feiten op een rijtje.
Nee, dat is niet verplicht
Allereerst moeten we artikel R.412-10 van de verkeerswet citeren, dat luidt: “Elke bestuurder die van plan is de richting van zijn voertuig te veranderen of te vertragen, moet zijn voornemen aan andere weggebruikers kenbaar maken, met name wanneer hij naar links gaat, de rijbaan oversteekt of wanneer hij na te hebben gestopt of geparkeerd weer wil aansluiten bij het verkeer. “
Concreet betekent dit dat het gebruik van de richtingaanwijzer verplicht is om aan te geven dat u van plan bent een ander voertuig in te halen of van rijstrook te veranderen. Maar hoe zit het tijdens het inhalen zelf? Het antwoord hierop vinden we in een arrest van 5 januari 2021 van het Hof van Cassatie. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het niet verplicht om uw richtingaanwijzer aan te laten staan wanneer u bijvoorbeeld een andere weggebruiker op de snelweg inhaalt.
Maar let op: vergeet niet om hem weer aan te zetten wanneer u terugkeert naar de rechterrijstrook. Niets houdt u echter tegen om uw richtingaanwijzer aan te laten staan als u dat wilt.
Wat als uw knipperlicht defect is?
Een richtingsverandering zonder uw richtingaanwijzer te gebruiken, is een overtreding van de verkeersregels die bestraft wordt met een boete van de tweede klasse, nog steeds volgens artikel R412-10 van de verkeersregels. “Het overtreden van de bepalingen van dit artikel met betrekking tot richtingsveranderingen wordt bestraft met de boete die geldt voor overtredingen van de tweede klasse. Elke bestuurder die zich schuldig maakt aan deze laatste overtreding, riskeert ook een aanvullende straf van schorsing van het rijbewijs voor een periode van maximaal drie jaar, waarbij deze schorsing kan worden beperkt tot het rijden buiten de beroepsactiviteit. Deze overtreding leidt van rechtswege tot een vermindering van drie punten op het rijbewijs.”
Een overtreding van de tweede klasse wordt bestraft met een forfaitaire boete van 35 € en soms met een intrekking van drie punten op uw rijbewijs. Deze boete kan worden verlaagd tot 22 € en verhoogd tot 75 € of zelfs 150 € in geval van veroordeling. “De Code voegt hieraan toe dat de veroordeelde bestuurder een rijverbod van maximaal drie jaar kan krijgen, waarbij dit rijverbod kan worden beperkt tot het rijden buiten de beroepsactiviteit om”, aldus Étienne Lejeune, advocaat gespecialiseerd in verkeersrecht, op zijn website. Maar wees gerust, deze aanvullende straf wordt in de praktijk zeer zelden opgelegd.
