Archeologen van het Szent István Király Museum in Szekesfehervar, Hongarije, hebben een schokkende ontdekking gedaan. Ze legden het graf bloot van een hooggeplaatste Avar krijger, gelegen op de grens tussen Aba en Székesfehérvár in Hongarije.
Volgens deskundigen is het graf ongeveer 1300 jaar oud, dat wil zeggen dat de begrafenis dateert van tussen 670 en 690 na Christus, tijdens de Midden Avar periode, toen de regio deel uitmaakte van het Avar Kaganaat. Dit was een groot en machtig nomadenrijk dat zich uitstrekte over Midden- en Oost-Europa.
Een graftombe die in de oudheid zou zijn geplunderd
De Avaren waren tussen 568 en 626 vijanden van het Byzantijnse Rijk, dus deze tombe biedt een beter inzicht in dat tijdperk, vooral wat betreft de gebruikte materialen en hun begrafenistradities.
Dergelijke graven worden natuurlijk vaak geplunderd, en dit graf toont tekenen dat dit het geval was, hoewel niet helemaal, want er werd nog steeds een verzameling grafgiften gevonden die de krijger een elitestatus gaven.
Het was mogelijk om de sabel met de kling en het gevest intact terug te vinden, evenals een lang mes, zilveren beslag voor een riem, gouden gevlochten ringen, oorbellen met glazen kraalversieringen en pijlpunten.
Het bovenste deel van het skelet, d.w.z. het hoofd, de borst en de buik, bevindt zich niet in de oorspronkelijke positie, terwijl de armbotten en het onderste deel van het lichaam intact waren.
De restauratie, uitgevoerd door restaurator Petra Bódisné Szalontai, heeft geresulteerd in de ontdekking van een avariaanse wapenuitrusting die nog nooit eerder is gevonden en die nieuwe aanwijzingen geeft over het culturele en sociale leven van het Avar Khanaat aan het einde van de 7e eeuw.
