De werkneemster, die werd ontslagen omdat ze tijdens haar ziekteverlof een manicure had gedaan, moet weer in dienst worden genomen nadat de rechter concludeerde dat het bewijs op onwettige wijze was verkregen.
Het Hooggerechtshof van Catalonië heeft het ontslag van een werkneemster van een schoonheidssalon in Barcelona, die was ontslagen na ziekteverlof wegens klachten aan haar linkerhand en rug, nietig verklaard. De werkneemster, die rust en revalidatie had voorgeschreven gekregen, heeft gelijk gekregen van de rechter tegen het besluit van het bedrijf, dat haar beschuldigde van het simuleren van een ziekte en het schenden van de contractuele goede trouw.
In de ontslagbrief, zoals vermeld in de rechterlijke uitspraak, stond dat de werkneemster ziekteverlof had aangevraagd vanwege een aandoening aan haar hand waardoor zij haar werkzaamheden als manicure niet kon uitoefenen. Het bedrijf, dat vermoedde dat de arbeidsongeschiktheid werd gesimuleerd, schakelde een detectivebureau in om de werkneemster te schaduwen. Het rapport van de rechercheurs vermeldde dat de werkneemster elke ochtend naar een café ging, waar ze een groot deel van haar tijd doorbracht. Bovendien werd in het document vermeld dat de werkneemster op een bepaald moment een manicurebehandeling had uitgevoerd bij een persoon die door het recherchebureau zelf was meegebracht, waarvoor ze 35 euro contant had ontvangen. Het bedrijf beweerde over voldoende bewijs te beschikken, waaronder foto’s en video’s, waaruit bleek dat deze feiten zich herhaaldelijk hadden voorgedaan.

De rechtbank oordeelde dat het door de detectives geleverde bewijs “onrechtmatig” was, aangezien de feiten door de onderzoeker zelf waren veroorzaakt. In de ontslagbrief wordt gespecificeerd dat de werkneemster een manicurebehandeling heeft uitgevoerd bij een persoon die werd begeleid door het detectivebureau, dat wil zeggen een medewerkster van de detective zonder professionele accreditatie, die heeft meegewerkt aan het verkrijgen van het bewijs tegen de werkneemster.
Beroep van de werkneemster en juridische argumenten
De werkneemster ging in beroep tegen het ontslag met het argument dat het ongeldig was omdat het een vergeldingsmaatregel was in verband met haar tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Bovendien voerde zij aan dat het rapport van de detectives niet als bewijs mocht worden toegelaten, omdat de detective niet aanwezig was op het moment dat de feiten zich zouden hebben voorgedaan en omdat fundamentele rechten, zoals het recht op privacy, waren geschonden. Zij voerde ook aan dat de ontslagbrief haar in een weerloze positie bracht omdat de naam van de detective niet werd vermeld, en verdedigde de toepassing van de gradualistische theorie, die evenredigheid en individualisering van sancties op het werk vereist.
Het Hooggerechtshof van Catalonië heeft het beroep ingesteld door de werkneemster tegen het vonnis van 27 januari 2025 van de sociale rechtbank nr. 1 van Barcelona gegrond verklaard, waardoor dit vonnis is vernietigd en buiten werking is gesteld. Bijgevolg heeft het hof het ontslag nietig verklaard en het bedrijf veroordeeld tot herplaatsing van de werkneemster, betaling van het achterstallige loon en een schadevergoeding van 7.501 euro. Bovendien moet het bedrijf 600 euro betalen aan advocaatkosten van de eiseres voor deze procedure.

Het vonnis benadrukt het belang van het respecteren van procedurele waarborgen en het rechtmatig gebruik van bewijsmateriaal op het gebied van arbeid. De rechters benadrukken dat het optreden van de detective de fundamentele rechten van de werkneemster heeft geschonden, door de feiten te induceren die als basis voor het ontslag hebben gediend. Bovendien herinneren zij eraan dat het toezicht op werknemers tijdens ziekteverlof moet plaatsvinden met volledige inachtneming van de wet en zonder inbreuk te maken op hun privacy. De uitspraak, die een belangrijk precedent schept, waarschuwt bedrijven voor de grenzen van het gebruik van privé-onderzoek en versterkt de bescherming van werknemers tegen ontslag op basis van onrechtmatig verkregen bewijs.